Hoewel de vijf risicocategorieën die op deze website worden gepresenteerd 1 de meest urgente huidige bronnen van existentieel risico vertegenwoordigen, is het geenszins een uitgebreide lijst. Andere, meer speculatieve risico’s zijn gedocumenteerd, maar worden momenteel niet geacht significant bij te dragen aan het totale risico waarmee we worden geconfronteerd.
De meest besproken andere potentiële risicobron is die van nanotechnologie. In het algemeen is nanotechnologie een discipline van engineering en onderzoek naar structuren op atomaire en moleculaire schaal. Wanneer ze zijn gerangschikt in moleculair precieze structuren, kunnen materialen verbeterde eigenschappen aannemen, zoals extreme sterkte, die de mogelijkheden van hetzelfde materiaal in zijn gewone staat ver overtreffen.
Nanotechnologie werd in de jaren ’80 in de publieke belangstelling gebracht door ingenieur Eric Drexler en veroorzaakte grote bezorgdheid, omdat men dacht dat de potentieel fantastische mogelijkheden van nano-engineered producten de deur zouden kunnen openen naar ongelooflijke nieuwe destructieve krachten. De effecten van nanomaterialen op ecosystemen en de natuurlijke omgeving waren en zijn ook zorgwekkend als de productie en het gebruik van dergelijke materialen drastisch zou toenemen en zich zou verspreiden naar de wijdere omgeving.
De vooruitgang in het onderzoek naar nanotechnologie verliep echter langzamer dan verwacht en hoewel er nog steeds bezorgdheid bestaat, wordt niet verwacht dat dit een onmiddellijke dreiging vormt 2.